Bereidingswijze:
1. Begin met het maken van de taartkorst. Meng in een grote kom de bloem, koude boter, 75 g suiker en een snufje zout. Gebruik je vingers of een deegsnijder om de boter door de bloem te wrijven totdat het mengsel op fijne kruimels lijkt.
2. Voeg het ei toe aan het bloemmengsel en kneed het snel tot een samenhangend deeg. Vorm het deeg tot een schijf, wikkel het in plasticfolie en laat het 30 minuten in de koelkast rusten.
3. Verwarm de oven voor op 180°C (350°F).
4. Rol het gekoelde deeg uit op een licht met bloem bestoven oppervlak tot een ronde schijf van ongeveer 3 mm dik. Bekleed een taartvorm (bijvoorbeeld 24 cm) met het uitgerolde deeg en snijd de randen bij.
5. Prik met een vork gaatjes in de bodem van de taartkorst om luchtbellen te voorkomen. Bak de korst 15 minuten in de voorverwarmde oven tot hij licht goudbruin is. Haal uit de oven en laat afkoelen.
6. Terwijl de korst afkoelt, maak je de vulling. Verwarm de melk in een pan op middelhoog vuur, maar laat het niet koken.
7. Klop in een grote kom de 100 g suiker, 4 eieren, vanille-extract en gemalen nootmuskaat samen tot een glad mengsel.
8. Giet de warme melk langzaam in het eimengsel terwijl je blijft kloppen om te voorkomen dat de eieren gaan stollen.
9. Giet de vulling in de voorgebakken taartkorst en zorg ervoor dat deze gelijkmatig verdeeld is.
10. Bak de vlaai nog eens 25-30 minuten in de oven, of totdat de vulling stevig is en een lichte gouden kleur heeft.
11. Laat de vlaai volledig afkoelen voordat je hem uit de vorm haalt. Bestrooi eventueel met een beetje extra nootmuskaat voor een mooi effect.
