Ingrediënten (voor 4 kleine taartjes) :
1 rol bladerdeeg
2 appels
1 à 2 eetlepels suiker (witte, riet- of kandijsuiker)
1/2 theelepel kaneel (optioneel)
Een beetje boter (optioneel, voor extra smeuïgheid)
Bereiding :
Verwarm de oven voor op 200°C (het liefst met heteluchtfunctie).
Rol het bladerdeeg uit en snijd het in 4 rechthoeken of ronde vormen.
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in dunne plakjes.
Leg de appelschijfjes netjes op elk stuk bladerdeeg.
Bestrooi met suiker en eventueel wat kaneel. Voeg in het midden een klein klontje boter toe (optioneel, voor een extra zachte smaak).
Bak de taartjes 15 tot 20 minuten in de oven tot ze goudbruin en krokant zijn.
Serveertip :
Bestrijk na het bakken met een beetje honing of abrikozenconfituur voor een mooie glans.
Serveer lauw met een bolletje vanille-ijs of een toefje slagroom
