Bereiding:
Verwarm de oven voor op 180°C (hetelucht).
Bereid het beslag:
Klop de eieren met de suiker en vanille.
Voeg de melk toe, daarna de gesmolten boter.
Roer er de bloem, het bakpoeder en een snufje zout door.
Meng tot een glad, vrij vloeibaar beslag (iets dikker dan pannenkoekenbeslag).
Bereid de appels voor:
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd ze in flinterdunne plakjes (bij voorkeur met een mandoline).
Meng de appels met het beslag:
Voeg alle appelschijfjes toe aan het beslag en meng voorzichtig zodat ze goed bedekt zijn.
Giet in een vorm:
Bekleed een ronde bakvorm (20–22 cm) met bakpapier of vet hem in.
Giet het mengsel erin en druk lichtjes aan om het gelijkmatig te verdelen.
Bak de taart gedurende 35 tot 45 minuten tot de bovenkant goudbruin is en een mes er schoon uitkomt.
Laat afkoelen en zet de taart daarna 1 à 2 uur in de koelkast voor het serveren. Bestrooi met poedersuiker indien gewenst.
Resultaat:
Een magische taart waarbij het beslag verandert in een zachte custard en de appels perfect tot hun recht komen – luchtig, fruitig en smeltend
