Meng de bloem en het zout in een grote kom.
Los de gist op in het lauwe water en laat 5 minuten staan.
Giet het gistwater bij de bloem, meng met een houten lepel en kneed vervolgens 8 tot 10 minuten tot een soepel deeg.
Dek af met een schone doek en laat 1,5 tot 2 uur rijzen op kamertemperatuur, tot het deeg in volume verdubbeld is.
Bestuif het werkblad licht met bloem, druk het deeg plat en verdeel het in 2 stukken.
Vorm de baguettes: druk elk stuk deeg uit tot een rechthoek, rol strak op en sluit de naden goed af, rol dan iets langer uit.
Leg de baguettes op een met bakpapier beklede bakplaat. Dek af en laat nog 30 minuten rusten.
Verwarm de oven voor op 240°C en plaats een bakje water onderin de oven voor stoom.
Maak 3 à 4 inkepingen in de baguettes net voor het bakken.
Bak 20 tot 25 minuten tot ze goudbruin en knapperig zijn.
Laat afkoelen op een rooster om de knapperigheid te behouden.
Tip:
Voor een nog krokantere korst, besprenkel de baguettes licht met water vlak voor het bakken
