Identificeer de beten: hoe veelvoorkomende insectenbeten te herkennen

Muggenbeet: Gezwollen, felrode bult die jeukt. Niet krabben!

Mierenbeet: Kleine, felrode bult met een branderig gevoel. Pas op voor blaren!

Tekenbeet: Rood met een donker centrum (patrijspoort). In het begin pijnloos – pas op voor koorts.

Bedwantsenbeet: Kwirwar van kleine rode, vaak jeukende bultjes. Beheers je nek en armen!

Spinnenbeet: Rood centrum met zwelling. Pijnlijk – zoek hulp als het erger wordt!

Bijensteek: Gezwollen striemen met prik. Verwijder de angel en let op allergische reacties.
ADVERTISEMENT